Het oor wil ook wat - door Max Majorana.

januari 30, 2013

THEE OH SEES


Nou goed, van Thee Oh Sees en hun rare bandnaam had ik afgelopen zomer tijdens Metropolis Festival  dus geen hoge pet op. Het zou goed kunnen dat dit kwam doordat ik tot op dat moment ook nooit eerder muziek van ze had gehoord. Bovendien schrok de wild getattoeëerde frontman John Dwyer me een beetje af, zo zal ik eerlijk bekennen. Verkeerde band, verkeerd moment. Kan gebeuren. Nu ik een half jaar na de betreffende overval op mijn gemakje thuis nog eens wat nummers besloot te luisteren, klinken ze me al met al toch niet slecht in de oren. De videoclip van Lupine Dominus doet zijn werk sowieso goed. In de broeierige stripclubs van San Francisco gaat het er blijkbaar nogal Freudiaans aan toe. Lekker zenuwachtig orgeltje ook.

januari 29, 2013

UNKNOWN MORTAL ORCHESTRA


Unknown Mortal Orchestra - 'So Good At Being In Trouble' on MUZU.TV.
Nieuw jaar, nieuwe bands. Unknown Mortal Orchestra is de eerste waar ik in 2013 noemenswaardig enthousiast over ben geraakt. Het debuut ken ik (nog) niet, maar II is een klein pareltje op kwaliteitslabel Jagjaguwar en staat nu op de  3voor12 Luisterpaal. Het venijn zit hem zeker niet in de laatste plaats in de zalige lo-fiproductie, maar toch vooral in het gegeven dat de muziek meer dan fatsoenlijk is; gewoon een pak eerlijke popliedjes. Zo simpel kan het zijn. Deze uitgeklede akoestische versie van de soulvolle uitschieter So Good At Being In Trouble blijft net zo makkelijk overeind. Fans van Woods en Real Estate, spits jullie oren!

januari 16, 2013

YO LA TENGO


Naar het optreden van Yo La Tengo, over twee maanden in Paradiso, kijk ik al uit. Ik heb altijd al erg verlangd het Amerikaanse trio eens met eigen ogen aan het werk te zien, en hun nieuwe album Fade geeft meer dan genoeg aanleiding dit keer de daad werkelijk bij het woord te voegen. Was het altijd eenvoudig om (noisy) uitschieters en hoogtepunten op te noemen (respectievelijk Sugarcube en Cherry Chapstick op I Can Hear The Heart Beating As One en And Then Nothing Turned Itself Inside Out), dit album vraagt er om - in de woorden van een kunstcriticus - van begin tot eind beluisterd te worden. Sterke songs in een slimme tracklist die de suspense creëert die Fade onderscheidt van haar voorgangers. Het begint allemaal met Ohm, een heerlijke midtempo binnenkomer die drijft op percussie, een bedaarde, harmonieuze zanglijn en de onmiskenbare wacky gitaarsolo van Ira Kaplan. Ik kwam er laatst trouwens achter dat hun naam niet ontleend is aan Pythagoras, maar aan de honkbalspeler Richie Ashburn.

januari 08, 2013

JOANNA NEWSOM


Ik ga het voor december typische terugblikken nog wat rekken. Omdat ik de afgelopen week weer eens  vaak naar het wonderschone debuut van Joanna Newsom geluisterd heb. Ys kocht ik meteen, en vind ik nog altijd geweldig. The Milk-Eyed Mender kwam pas afgelopen zomer, toen er in Eindhoven een platenzaak failliet ging en ik er ineens als de kippen bij was. Maar van The Milk-Eyed Mender, moet ik bekennen, heb ik in korte tijd al meer genoten, en ik had hem veel eerder moet kopen. Geen epische stukken, maar behapbare liedjes die simpelweg allejezus mooi zijn. En wat moet ik er verder over zeggen? Iets over haar innemende, heksachtige stem, of haar virtuoze spel? Concluderen dat deze uitvoering van Peach Plum Pear op harp al dan niet mooier is dan de albumversie op klavecimbel? Je nog even wijzen op het gegeven dat ze met Zach Hill in een band speelt?

januari 02, 2013

JAARLIJSTJE 2012


01. Bart Constant – Tell Yourself Whatever You Have To (PIAS)

Het beste van 2012 is net als vorig jaar een intelligente liedjesplaat van eigen bodem. Na jaren stilte keert Rutger Bart Constant Hoedemaekers, bekend van About en Voicst, terug met een wonderschone muzikale trip. Van Amsterdam naar Berlijn in 47 minuten. Accordeons, xylofonen, trompetten, piano - wie het exotische van Beirut aanstaat moet de oren spitsen - en drums die net zo vaak grooven als ze pompen. Juist die afwisseling en gelaagdheid maakt van Tell Yourself Whatever You Have To een hele interessante en beklemmende, maar bovenal intrigerende en beklijvende plaat, waarmee Bart Constant bewijst veel en veel meer in zijn mars te hebben dan respectievelijk de cock rock disco en adhd-indiepop van voorheen. Klein briljantje.

02. Hospitality – S/T (Fire Records)

Akkoord, noem het maar voor meisjes. So be it. Ik ben niet vies van de hartverwarmende indiepop van dit viertal uit Brooklyn, New York. Zangeres Amber Papini is een innemend vrouwtje dat me met haar zachte hese stem helemaal inpakt. Cliché? Luister dan zelf maar eens naar het uitstekende debuut van Hospitality; als je niet binnen twee keer luisteren verliefd raakt op gastvrije liedjes als Betty Wang, Sleepover, of The Birthday, heb je duidelijk geen zwak voor zwoele zwijmel en kom je goed weg. Met een beetje geluk komt de volgende plaat ook uit in Europa (en snel een beetje) - deze heb ik moeten bestellen.

03. Dirty Projectors – Swing Lo Magellan (Domino)

Tweede band uit Brooklyn, in 2012 nog altijd het indiewalhalla. Als het je om de credits te doen is, is dit een band die je ten laatste dit jaar gaaf moet vinden, geloof ik. En dan nu over tot waar het echt om draait; ik sprong op de wagon van deze band nadat ik hun cover van Björk's Hyperballad had gehoord. En dan nu over tot de orde van de dag; dwarse, avontuurlijke liedjes die alle kanten op schieten; van folk naar 90's r&b en weer terug. Af en toe ook een lekker gitaartje, zoals in Offspring Are Blank, waar Swing Lo Magellan mee opent. Een plaat die menigeen prettig op de zenuwen zal werken. Ook niet onbelangrijk: een toffe, raadselachtige hoes.

04. Cloud Nothings – Attack On Memory (Carpark)

Ieder jaar reserveer ik ruimte voor een plaat als Attack On Memory, die de diep in mij verscholen punkrocker voor even tevreden stelt. Aanvankelijk werd de band uit Ohio flink gehyped door de samenwerking aan te gaan met Steve Albini, maar wie de band al live aan het werk zag, heeft de sterproducer feitelijk niet eens nodig om zijn/haar lovende woorden kracht bij te zetten. Rauwe, brute plaat (de vrolijke Blink 182-inslag van het titelloze album uit 2011 heeft plaats gemaakt voor Nirvana) waar je op laag volume niet naar kunt luisteren.

05. Balthazar – Rats (PIAS)

Alweer een ware parel van een popplaat. Op het tweede album Rats zijn de songs van het Gentse vijftal onverminderd sterk, maar zit het verschil hem in de verder uitgekristalliseerde sound, die nog minimalistischer aandoet dan op Applause. Tel daarbij de karakteristieke groove en Vlaamse coolheidsfactor op, en dan zal ik er geen tekeningske bij hoeven maken dat dit album in veel meer jaarlijstjes voor zou moeten komen dan ik tot nu toe her en der heb kunnen constateren. Het moet raar lopen wil de band over twee weken op Eurosonic niet definitief bij ons noorderburen doorbreken.

06. Rats On Rafts – The Moon Is Big (Top Notch)

Meest opwindende band uit Nederland sinds lange tijd, en mijn persoonlijke oogappeltjes sinds ik dit jaar naar Rotterdam ben verhuisd. Ze klinken als een postpunkband van rond 1980, zonder echt duidelijk copycats te zijn - dat moeten we tenslotte niet hebben. Je hoort de sound uit de tijd dat bands als de Cure, Fall of Echo & The Bunnymen nog beginnende gitaarbandjes waren die het moesten hebben van ontregelende en energieke optredens. Rats On Rafts spelen geen covers maar geven een eigen invulling aan het begrip postpunk, en het niet altijd even nuchtere - maar daarom nog niet minder aansprekende - DIY-karakter straalt er vanaf.

07. Godspeed You! Black Emperor – Allelujah! Don Bend! Ascend! (Constellation)

Godzijdank heeft deze reünie de tijd gekregen. In het jaar waarin de wereld aanvankelijk leek te vergaan, kwam GY!BE precies op het juiste moment. Eén van de grondleggers van het postrockgenre klinkt op het eerste album sinds tien jaar huiveringwekkend actueel. Alsof de Canadezen zichzelf even wilden doen gelden omdat ze merkten dat het bijvoeglijk naamwoord episch tegenwoordig te pas en te onpas gebruikt wordt onder popjournalisten. Ze krijgen mij in ieder geval muisstil en nietig met vier overweldigende nieuwe stukken, waaraan wat Balkaninvloeden zijn toegevoegd en geen enkele andere band zich meten kan.

08. Guided By Voices – Class Clown Spots A UFO (Fire Records)

Robert Pollard, dat is een geval apart. Halfgod van de lo-fi indiepop, Heilige Drinker, en basisschoolleraar in een en hetzelfde lichaam. Een levende legende, kortom, want wie heeft er in zijn singer/songwritercarrìere nog meer de grens van 2000 songs al ruimschoots gepasseerd? Alleen dit jaar bracht Guided By Voices drie (!) albums uit – waarvan die uit juni de beste is. Kijk, dat is nog eens een geslaagde, mythe-versterkende comeback! Omdat het uiteindelijk allemaal om kwaliteit boven kwantiteit draait; op sommige van hun albums neem je voor lief dat slechts 10 van de 20 songs je behagen, maar Class Clown Spots A UFO is over de hele lijn sterk. Weinigen hadden gedacht dat de band dit nog in zich zou hebben. Een mooie instapplaat voor nieuwsgierigen, maar ook voor iedereen die alles na Under The Bushes, Under The Stars (1996) links heeft laten liggen.

09. Field Music – Plumb (Memphis Industries)

De Britse broertjes Brewis timmeren al sinds 2005 aan de weg en brachten dit jaar hun vierde album uit, waarmee ze na een periode van geleidelijk groeiend succes bij de heren critici werden genomineerd voor de Mercury Prize. Dat is helaas allemaal nogaal triest afgelopen. Op Plumb hoor je opnieuw hoezeer de band schatplichtig is aan XTC. Liefhebbers van doordachte (zeg maar gerust intellectuele) pop, maar ook fans van een simpele hook, kunnen hun hart ophalen aan de de twee hoorbaar geschoolde musici. Ondanks het feit dat ze hun songs volstoppen met technisch vernuft blijven deze namelijk altijd prettig in het gehoor liggen. En het is niet eens hun allerbeste plaat.

10. Sukilove – Drunkaleidoscope (eigen beheer)

Deze plaat betoverde me al toen ik op gammele boxjes de 3voor12 Luisterpaal aan had staan, bij wijze van radio. Dat zijn voor mij toch een soort magische momenten, en vooruit, ook nostalgisch ditmaal, omdat ik Sukilove al bijna 10 jaar geleden op dezelfde manier leerde kennen. De stem van alleskunner Pascal Deweze klinkt zelfs uit computerspeakers nog glashelder. Zijn vaardigheid ook; die is, los van vele zij-projecten als muzikant of producer, al te horen in de voortdurende ontwikkeling die zijn permanente band Sukilove door de jaren heen doormaakte. Drunkaleidoscope is dwarse pop, catchy soul, en bezeten krautrock ineen. Klinkt als een aandoenlijke liefdesbaby.

Blogarchief


zie ook http://www.damusic.be